Zelfgemaakte Babi Pangang met Nasi Goreng
Nu maakten we al eens Babi Pangang Spek met paksoi en nasi van speklappen, maar we maakten nooit eerder laat maar zeggen 'gewone' Babi Pangang dat je bij de Chinees krijgt bij nummel 47.
Een poosje geleden haalden wij Chinees en toen heb ik eens geanalyseerd wat voor vlees er eigenlijk in Babi Pangang gaat. En tot mijn verrassing waren dit gewoon ordinaire schouderkarbonades.
Nu is dat inderdaad bijzonder omdat men de originele Babi Pangang volgens de echte Chinese keuken maakt van geroosterde speenvarken. Dat is nogal wat anders dan de gefrituurde schouderkarbonades die men hier gebruikt. De reden dat men hier gefrituurde schouderkarbonade gebruikt heeft ongetwijfeld te maken met de kosten, en anderzijds heeft men het gerecht aangepast aan de Nederlandse smaak.
Maar goed… Wij maakte dus Babi Pangang zoals wij dat bij de Chinees bestellen. Niet in de laatste plaats omdat het speenvarken dat rondliep op de kinderboerderij hier verderop overgeplaatst bleek te zijn.
Hieronder even de benodigdheden.
Ingrediënten:
- 1,5 kilogram Schouderkarbonade
- Ketjap
- Knoflook (poeder of vers)
- Gemberwortel (poeder of vers)
- Sambal
- Zout
- Suiker
Bereiding:
Om te beginnen gaan we de schouderkarbonade koken. En wel een minuut of 45. Dus leggen we de schouderkarbonades in de pan.
We vullen de pan met water tot enkele centimeters boven de karbonades en voegen daar een flinke scheut ketjap, wat knoflook, een flinke schep gemberwortelpoeder, een theelepel (of twee) sambal, een eetlepel zout en twee eetlepels suiker aan toe.
Op ongeveer de helft van de kooktijd draaien we de karbonades om. Dus de onderste boven, en de bovenste onder. En dan nemen we ook even de gelegenheid om de bindweefsels tussen de vleeseilandjes van de karbonades door te snijden. Want door het koken krullen de karbonades helemaal op omdat het weefsel tussen de vleeseilandjes sneller krimpen dan het vlees zelf.
Zodra de 45 minuten om zijn nemen we de karbonades uit de pan en leggen deze te drogen en om af te koelen. Het kookvocht, ofwel de marinade, gooien we niet weg. Dat zeven we, vanwege de eventuele stukjes bot en bijvoorbeeld de knoflookteentjes, en vangen dit op in een maatbeker.
Normaal gebruik je water om de saus voor over de Babi Pangang te bereiden, maar aan de marinade waarin we de karbonades kookten zit zoveel smaak dat het zonde is om weg te gooien.
Ondertussen dat de karbonades drogen en afkoelen maken wij de nasi. Om te beginnen rullen we een stuk of 4 tot 5 eieren in de pan.
De gerulde eieren leggen we even terzijde op een bordje en doen dan spekjes in de pan.
Zodra de spekjes half gaar zijn voegen we er hamblokjes aan toe.
De hamblokjes hoeven maar even kort mee te bakken, want als we de rijst gaan bakken dan bakken de andere ingrediënten uiteraard mee met de rijst.
Nu doen wij ook de prei er even kort in. Ook dat hoeft om dezelfde reden maar heel even.
Zodra de prei een beetje gefruit is voegen we ook het eerder gerulde ei aan het mengsel toe.
Nu gaan we de nasi bakken. Want nasi is niet anders dan gekookte en daarna gebakken rijst. Dit doen we door in het mengsel een kuiltje te maken en daar een aantal scheppen gekookte rijst in te leggen.
De rijst mengen we door de rest van het mengsel en bakken dit mee tot het mooie droge rijst is. Daarna herhalen wij deze procedure tot alle rijst (kook circa 1 koffiekopje rijst per persoon) gebakken is en in het mengsel verwerkt is. En uw nasi is klaar…
Deze nasi is qua structuur en smaak exact de nasi zoals u deze bij uw menu bij de Chinees krijgt. Nu is deze nasi best lekker, maar een beetje saai. Dus scheppen wij nog een Goreng boemboe door de nasi heen om deze wat smakelijker en pittiger te maken.
Nu heeft u dus Nasi Goreng gemaakt. Ik snap dat u nauwelijks het verschil ziet (als u het goed doet), maar qua smaak is het een dag en nacht verschil.
Tijd om ons te concentreren op de saus voor de Babi Pangang. Maar daar kunnen kort over zijn. Ieder recept dat u kunt vinden voor Babi Pangang saus op internet blinkt uit in één ding. Het lijkt voor geen meter op de Babi Pangang saus die u bij de Chinees krijgt. Dus wees verstandig en haal gewoon twee zakjes saus van Conimex of iets dergelijks.
Nu moet ik bekennen dat ook onze Babi Pangang saus niet lijkt op de saus die u bij de Chinees krijgt. Die van ons is namelijk niet flauw. Dat komt omdat wij het water dat u normaal volgens de verpakking bij de saus moet doen vervangen voor de marinade waarin wij de karbonades kookten.
Zodra de nasi en de saus op een laag vuurtje staan om warm te blijven, wel regelmatig doorroeren, concentreren wij ons op het inmiddels afgekoelde, droge en van botjes ontdane Babi Pangang vlees.
Dat frituren we een paar minuutje (drie à vier) in een wok met zonnebloemolie of anders gewoon in de frituurpan (180 graden Celsius) tot de buitenkant van het vlees bruin en krokant is. En dan komt dat er ongeveer zo uit te zien.
Dat snijden we uiteraard in reepjes (met de draad van het vlees mee snijden).
En ja, dan heeft u inderdaad exact hetzelfde vlees als dat in de Chinese Babi Pangang gaat.
Het enige dat ontbreekt is het witte plastic bakje, de gore gemberwortel die de Chinees altijd onderin het bakje kwakt, en de saus. Maar dat lossen we op door het vlees op een mooie schaal te leggen, de gemberwortel achterwege te laten en de saus over het vlees te kieperen.
Tijd om het bord op te maken.
Als u zich afvraagt of dit hetzelfde smaakt als bij de Chinees, of voor de kenners nummel 47 met nasi goreng, dan kunnen wij antwoorden… NEE! Dit smaakt veel lekkerder. Veel pittiger. En dat komt voornamelijk omdat wij geen water maar de marinade voor de saus gebruikten. Zou u wel water voor het aanmaken van de saus gebruiken dan smaakte dit exact hetzelfde als bij de Chinees. Maar dat is, zoals u weet een beetje saai.
Hoe dan ook… onze missie, namelijk het exact kopiëren van de Chinees en daar waar mogelijk het recept verbeteren is uitstekend gelukt. Maar dat moet u zelf maar eens proeven door het recept weer van ons te kopiëren
Laat een reactie achter